De onzichtbare strijd en de geestelijke wapenrusting
- Redactie ZDA Reformatie
- Apr 24, 2023
- 10 min read
Door: André van der Plas
Een antoniem van oorlog is vrede. Het zijn twee begrippen die lijnrecht tegenover elkaar staan. De oude Romeinen hadden een spreuk: si vis pacem, para bellum. Het betekent: als je vrede wilt, bereid je dan voor op oorlog. De algemene gedachte hierachter is, dat je nooit vrede kunt hebben, zonder dat je mogelijke aanvallers afschrikt. Door je tegenstanders af te schrikken, zullen ze het wel uit hun hoofd laten om aan te vallen. Door hier op deze manier naar te kijken, kun je een conflict juist verergeren. Kijk maar naar de wapenwedloop met het ontwikkelen van massavernietigingswapens tijdens de Koude Oorlog van de vorige eeuw. Deze spreuk kun je echter ook van een heel andere kant bekijken. Het kan als raad dienen om met een vooruitziende blik conflicten te voorkómen. Twee andere toepasselijke spreekwoorden zijn dan ‘regeren is vooruitzien’ en ‘voorkómen is beter dan genezen’.
Pax Romana versus de vrede van Jezus
In de tijd dat Jezus werd geboren, viel Israël onder de heerschappij van de Romeinen. Lukas 2 maakt gewag dat keizer Augustus het bevel gegeven had tot een volkstelling. Dit moet Lukas als geschiedschrijver niet zonder reden gedaan hebben. Pax Romana betekent Romeinse Vrede. Het staat voor de politieke stabiliteit in de landen rond de Middellandse Zee, die begon toen keizer Augustus in 27 voor Christus aan de macht kwam en ongeveer 200 jaar duurde. De eerste 40 jaar – de periode onder Augustus – werd na diens dood ook wel aangeduid als Pax Augusta. Hoe mooi heeft de Heere het toch geleid, dat door deze keizer Augustus, onder wie de burgers een rustige periode van interne vrede konden genieten, uiteindelijk de ware Vredevorst in Bethlehem geboren werd, zoals door Micha reeds geprofeteerd was. In Johannes 14:27 zegt Jezus: “Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u.” Deze woorden zijn onderdeel van Jezus’ afscheidsrede die we in die vorm alleen in het evangelie naar Johannes kunnen vinden. We vinden daar de duidelijke tegenstelling tussen de vrede van Jezus en die van de toen bekende wereld onder de Romeinse heerschappij. De vrede die Jezus geeft, kan de wereld ons niet geven. Deze woorden maken bewust een tegenstelling. De vrede die Jezus ons kan geven, is van een andere aard dan die de wereld kent. De vrede van de wereld is namelijk niets anders dan een gewapende vrede. De vrede van de wereld wordt altijd afgedwongen. Er kan geen wereldvrede zijn, als er niet eerst voor gevochten is door strijd. De vrede van Christus is daarentegen niet afgedwongen. Zijn vrede is ontwapenend. Jezus probeerde dit de mensen al uit te leggen aan het begin van Zijn dienstwerk. Hij begon toen met de boodschap: “Het koninkrijk der hemelen is nabij”. Deze boodschap “had de aandacht getrokken van alle klassen van mensen.” (Gedachten van de berg der zaligsprekingen, blz. 8). Enkele maanden later probeerde Jezus Zijn discipelen en de menigte mensen door middel van de bekende bergrede duidelijk te maken wat Zijn koninkrijk inhoudt en wat er nodig is om daar deel van uit te maken.
Een ander verschil tussen de vrede van de wereld en die van Jezus, is dat Zijn vrede ons wordt toebedeeld. Hij zegt namelijk: “Mijn vrede geef Ik u”. Zijn vrede is niet het resultaat van een of ander politiek beredeneerd proces of van menselijke inspanningen. Het is een vrede die alleen Hij ons schenken kan. Als we deze Bijbelpassage beschouwen, dan spreekt Jezus met Zijn discipelen over Zijn naderende afscheid. Hij probeerde hen voor te bereiden op de komst van de Trooster, zo blijkt uit het voorgaande vers, Johannes 14:26. “Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb.” Jezus’ belofte van vrede staat daarmee in verband met de gave van de Heilige Geest. De vrede die Jezus beloofde, komt niet pas aan het eind, als alles voltooid is en het Koninkrijk der hemelen is aangebroken. De vrede die Jezus ons wil geven is al realiteit. Het is er nu al voor wie daar in gelooft, daar op vertrouwt en zich ook daar naar richt. Dat Jezus ons Zijn vrede wil geven, innerlijke vrede, zal niet zonder slag of stoot gaan. Want als we in de vrede van Jezus geloven, Hem op Zijn woord vertrouwen en ons op het hemelse richten, worden we daardoor een actief onderdeel van de geestelijke strijd.
Een geestelijke wapenrusting voor een onzichtbare strijd
Die onzichtbare strijd wordt duidelijk verwoord in Éfeze 6:11-17, dat we “de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten” te voeren hebben. Daarom is het stellige advies om “de hele wapenrusting van God” aan te doen, “opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden.” Die strijd is er al sinds heel lange tijd en wordt gevoerd tussen God, de Schepper van het hele universum, en het meest hooggeplaatste schepsel van het hele universum: Lucifer. Vóór zijn val was hij “naast Christus het meest door God ... geëerd” en “de belangrijkste cherub”. Hij stond “in het licht van Gods tegenwoordigheid” (De grote strijd. blz. 455; Jezus, de Wens der eeuwen, blz. 634). Het boek De grote strijd van Ellen G. White gaat over die grote controverse tussen Christus en satan tijdens de christelijke bedeling. Ze beschrijft de wereldgeschiedenis vanaf de verwoesting van Jeruzalem tot en met het einde der tijden, wanneer Gods volk verlost wordt. Ook grijpt ze verder terug, naar de oorsprong van het kwaad in de hemel (hoofdstuk 29). Het mag duidelijk zijn, dat die grote strijd tussen Christus en satan niet alleen een letterlijke strijd behelst, maar ook een geestelijke. Jezus stelt het wat die strijd betreft heel zwart-wit. In Lukas 11:23 zegt Hij: “Wie met Mij niet is, die is tegen Mij”. Dus als wij ons niet achter de met bloed bevlekte banier van Jezus scharen, plaatsen we ons automatisch achter de banier van Zijn tegenstander, de duivel. Kies je níet expliciet voor Jezus, dan behoor je dus tot het strijdkamp van satan. Er bestaat geen middenweg. Je kunt in deze strijd niet neutraal zijn en geen partij kiezen.
Kies je niet expliciet voor Jezus, dan behoor je dus tot het strijdkamp van satan. bestaat geen middenweg. Je kunt in deze strijd niet neutraal zijn en geen partij kiezen.
Kies je bewust voor Jezus, dan is de oproep om de wapenrusting ter hand te nemen. En die omschrijving in Éfeze 6 begint met de oproep om stand te houden. Daarbij mag je de waarheid als gordel om je heupen doen. De soldaten droegen in die tijd lange mantels, met een gordel of een riem om hun mantel omhoog te houden. Dat gaf ze bewegingsvrijheid. Zo mogen wij ons omgorden met de waarheid, de leugen afleggen en de waarheid spreken (zie Éfeze 4:25). We mogen onze hoop op Christus stellen die Zelf de waarheid is (zie Éfeze 1:12, 13). Het borstharnas van de soldaat wordt hier gebruikt als beeld voor de gerechtigheid (zie ook Jesája 59:17, waar over Gods pantser van gerechtigheid wordt gesproken). De duivel kan ons soms heftig aanklagen en ons het gevoel geven dat we reddeloos verloren zijn. Door te vertrouwen op wat Jezus voor ons heeft gedaan, kunnen we ons hart beschermen tegen deze aanvallen. De gerechtigheid moet dan vervolgens een kenmerk zijn van ons nieuwe leven met Christus (Éfeze 4:22-24). Ons oude leven moeten we afleggen, en symbolisch doe je dat ook met de doop, waarbij je symbolisch je oude leven in het water achterlaat, en met Christus als een wedergeboren mens opstaat (zie Romeinen 6). We dienen dan het kleed van de gerechtigheid van Christus om te doen.
De sandalen en het evangelie (het ‘goede nieuws’) van de vrede lijken in verband te staan met Jesája 52:7. Daar horen we over de vreugdebode die snel komt aanlopen en vrede aankondigt en goed nieuws brengt. In de brief aan de Efeziërs worden wij als gelovigen opgeroepen om de weg te gaan die past bij onze roeping (Éfeze 4:1). Daarbij gaat het ook om inzet voor het evangelie van de vrede. Wat mag het je persoonlijk kosten om de grandioze boodschap van Gods liefde bekend te maken? Het gaat daarbij niet alleen om woorden, maar ook om daden. In de klassieke oorlogsvoering werd veel gebruik gemaakt van brandende pijlen. Om zich hiertegen goed te kunnen beschermen hadden de soldaten een groot schild dat overtrokken was met een natgemaakte dierenhuid. Daarop doofden de brandende pijlen dan uit. In geestelijk opzicht vuurt de duivel soms ook brandende pijlen op je af, pijlen van ontmoediging of van verleiding. Door het geloof in Christus Jezus, die als schild van het geloof fungeert, kunnen we ons beschermen tegen deze pijlen.
De helm beschermt ons tegen de duivel. Het is de helm van de verlossing die we in Christus hebben gekregen.
In Jesája 59:17 draagt God een ‘helm van redding’. In de Éfeze-brief wordt over ons als gelovigen gezegd dat we een ‘helm van de zaligheid [=verlossing]’ moeten dragen. De helm beschermt ons tegen de duivel. Het is de helm van de verlossing die we in Christus hebben gekregen. We zijn geen slaaf meer van de zonde, maar we zijn vrij! Het laatste wapen is het zwaard. Het gaat om het zwaard van de Geest, oftewel, de woorden van God, die in de Bijbel staan opgetekend. In Jesája 49:2 zegt de profeet dat God zijn tong ‘scherp als een zwaard’ gemaakt heeft. Toen Jezus werd verzocht in de woestijn (Matthéüs 4:1-11) gebruikte Hij Gods woorden om tegen de duivel in te gaan. Daar kon zelfs de duivel niet tegenop. Daarom is het belangrijk dat we die woorden van God ook kennen en in ons hart mee dragen. De wapenrusting is pas compleet, als we bij het hanteren van al deze stukken ook voortdurend bidden. Niet dat we daarmee de hele dag met gesloten ogen door het leven moeten gaan, maar wel als een basishouding van het hart. Praten met en luisteren naar God is onmisbaar in de strijd. Daardoor stellen we onszelf in verbinding met de geweldige kracht van God waarover we kunnen lezen in Éfeze 1:19, 20.
Welk arsenaal staat ons nog meer ter beschikking?
Niet alleen Éfeze 6 geeft aan hoe we moeten strijden tegen de duivel. Ook Jakobus 4:7 is een essentiële raad: “... Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten.” Maar hoe bieden we dan weerstand aan satans macht? Johannes geeft ons in Openbaring 12:11 het antwoord: “En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot in de dood.” Wanneer we het gebrul van de leeuw horen, wanneer we overspoeld raken door vloedgolven, ren dan naar Christus toe. Hij is onze Toevlucht en Burcht, onze Hogepriester die momenteel dienst doet in het heilige der heiligen. Het Lam, dat de zonde der wereld wegneemt (zie Johannes 1:29), heeft ons een weg gebaand, door Zijn bloed, waardoor wij met Hem mogen zitten in Zijn troon (zie Openbaring 3:21). Éfeze 6:18 zegt vervolgens dat we daarnaast voortdurend moeten blijven bidden en waakzaam dienen te blijven. Als wij dát doen, zal Gods Geest ons helpen om staande te blijven. De Heilige Geest zal dan te allen tijde met ons mee gaan, indien wij gehoorzaam zijn, luisteren en doen wat God van ons verlangt, en tot bezinning komen. We hadden reeds gezien, dat Jezus de duivel verslaat met de woorden van God. Dit is het wapen tegen de aanval van de boze: de Bijbel, waaruit we mogen leren wie God is. Hoe meer we van God gaan weten, hoe dichter we bij Hem gaan leven en hoe meer we bestand zullen zijn tegen alle aanvallen. Dit kunnen grote en kleine aanvallen van de duivel zijn, maar ze zullen je alleen maar bij God vandaan willen houden. Leven met Jezus betekent: delen in Zijn overwinning. Het is uitzicht hebben in je leven, terwijl je nu misschien denkt: Het leven heeft geen enkele zin en uitzicht meer. Leven met Jezus betekent tevens leren omgaan met de angst in je leven, die er op welke manier dan ook in gekomen is. Leven met Jezus is ook die bevrijdende erkenning, dat je Zijn hulp nodig hebt. Vaak wordt gezegd dat dit zwakte is. Het is echter geen zwakte, maar het is delen in de overwinning van de Heere Jezus. Jezus gaat met ons mee en geeft aanwijzingen in het leven voor de juiste route. Hij leidt een ieder door de woestijnen van het leven heen. Al die momenten in je leven, waarbij het lijkt of alles bij je handen afbreekt en je denkt dat je niets over houdt, dan nóg hou je God over. Hij is het, Die bij je is in je eenzaamheid, teleurstelling, ziekte en zorgen. Hij geeft de overwinning door te sterven voor de zonden van hen, die Hem aangenomen hebben. Hij doet wat wij niet zouden kunnen: Hij zorgt voor de vergeving van onze zonden, als wij Hem hierom met oprechte spijtbetuiging vragen.
Een gestreden strijd
Dat we mogen leven met de Bijbel en schuilen bij de Almachtige. Dan mogen we de innerlijke rust en vrede ervaren, die alleen Hij kan geven. Jezus is voor ons allemaal de strijd tegen satan aangegaan. Na de verzoeking in de woestijn ging de duivel volgens Lukas 4:13 even weg van Christus. Hij kwam later echter meerdere keren terug, en zorgde er uiteindelijk voor dat Jezus aan het kruis kwam te hangen. De belangrijkste strijd tussen goed en kwaad, die ook de grootste gevolgen met zich meebracht, vond plaats op Golgotha, bij de voet van het kruis. Volgens hoofdstuk 78 (‘Golgotha’) in Jezus, de Wens der eeuwen waren zowel de duivel met zijn gevallen engelen aanwezig (zie blz. 625), alsook God Zelf met Zijn heilige engelen (zie blz. 630). En op die zwarte bladzijde in de geschiedenis wint de Heere Jezus, die het allemaal Zelf moest klaren, aan het kruis. Zo is de duivel definitief overwonnen. Zo is definitief duidelijk geworden, dat Jezus de Overwinnaar is over de zonde en de dood. En nu nodigt Hij ons uit om ons leven aan Hem te geven, en om te leven vanuit dat geloof en overwinning, die Hij bereikt heeft. Zoek Hem, lees de Bijbel en bewapen je tegen de duivel, om zo alleen maar dichter bij God te komen. Want spoedig zal de laatste, en ultieme strijd, die in principe al bijna 2000 jaar geleden werd beslecht (zie Jezus, de Wens der eeuwen, blz. 463, 464), plaatsvinden. Door Zijn offerdood voor de zonden en Zijn opstanding uit de doden heeft Christus de satan onttroond van zijn macht, die hij ten onrechte had verkregen. De échte strijd is reeds gestreden. Jezus heeft voor óns gestreden, en heeft overwonnen. Dat wij met Hem, die ons heeft liefgehad, medeoverwinnaars (zie Romeinen 8:37) mogen zijn; niet buigende voor verzoeking, maar het kwade weerstaan, en zo zegevieren in ’t geloof, over zonde en dood zoals lied 137 en 186 uit ons zangbundel Gezangen Zions dat respectievelijk zo mooi aangeven. AMEN
Bình luận